Loes en Liene, koeien van adel
Op de boerderij van coöperatie-lid Adjan Vos wonen sinds mei twee Lakenvelder koeien. Een bewuste keuze van Adjan en zijn vrouw Branka. “De Lakenvelder is een vergeten ras, dat een aantal boeren in Nederland in stand probeert te houden.” Bijkomend voordeel: ze eten het liefst schraal gras.
De twee nieuwe bewoners van de Vossenburg
Schraal gras? “Ja gras dat voedselarm is. Dus niet wordt bemest.”, licht Adjan toe. In het Buijtenland van Rhoon hebben we 31 hectare aan bomendijken. Deze dijken willen we verschralen zodat er meer soorten bloemen en kruiden gaan groeien. Dat trekt insecten en die trekken weer akkervogels. Aan de Schenkeldijk en de Molenpolderse Zeedijk kun je dit nu al zien.”
Bloemrijke bomendijken moet je wel anders beheren. “Maaisel kun je bijvoorbeeld niet laten liggen, want dan verstikt de boel”, legt Adjan uit. “Ik kan daarbij wel een ‘beetje’ hulp gebruiken en ben op zoek gegaan naar koeien die passen bij dit type natuur. Een koe die sober leeft en graag een hapje ‘schraal’ gras lust.”
Zelfredzame grazers
Na uitgebreide research stuitte Adjan op de Lakenvelder, een zeer oud Nederlands runderras, herkenbaar aan de witte band om het lichaam. Adjan: “Van oorsprong werden deze koeien gefokt voor kastelen en landgoederen. Daarom worden ze ook wel ‘kasteelrund’ genoemd.” In de Middeleeuwen werden ze al op schilderijen vastgelegd en wat later ook in boeken en andere geschriften. De dieren liepen vrij rond over het landgoed en onderhielden zichzelf. Ze begraasden het landschap, baarden en zoogden hun kalveren zelf en hadden maar een beetje bijvoeding nodig. “Die zelfredzaamheid vind ik wel wat. Ik heb grazers nodig, maar zelf geen tijd om te ‘herderen’.”
Andere rassen als de ‘Blonde d'Aquitaine’ en de Belgische Witblauw waren ook mogelijk, maar zijn erg temperamentvol. De bedrijven die Adjan bezocht, hadden stallen met extra dikke balken en speciale voorzieningen om de koeien op te jagen en klem te zetten. “Dat past niet bij mij. Zo ga ik ook niet met de paarden om. En zie je het al voor je, buiten in de wei? We willen het Buijtenland toegankelijk maken. Daar passen koeien met teveel pit niet bij.” De Lakenvelder is van nature een wat afstandelijke koe. Door ze in de loop naar de paarden te zetten, raken ze toch wel gewend aan mensen.
Gesetteld
Hoewel het een echt Nederlands runderras is, komt de Lakenvelder nog maar weinig voor in het ons landschap. “Ze hebben minder vlees aan de botten dan andere rassen en geven ook minder melk. Voor veel veehouders leveren ze dus te weinig op.”
De Lakenvelder past perfect in het landschap van het Buijtenland van Rhoon. “Hier hechten we waarde aan erfgoed en telen we met liefde voor de natuur. Daar passen ook dieren bij die trager groeien. Geen massaproductie, maar eerlijk voedsel. De consument moet weten wat er op zijn bord ligt. Smaakvol vlees met structuur, van een koe in de wei, zonder nonsens gevoed en met aandacht voor dierenwelzijn. Heerlijk toch?”
De komende jaren wil Adjan zijn koppeltje uitbreiden met nog een paar Lakenvelders. “Van de 600 hectare grond die we hier in het Buijtenland hebben, richten we 40% natuurlijk in. Een groot deel moet begraasd worden. Daar heb je toch zeker dertig grazers voor nodig.”
Zo’n veestapel kan en wil Adjan niet huisvesten. “Als ik boven de 5 koeien kom, word ik door de wet aangemerkt als rundveehouder en dat brengt weer hele andere regels met zich mee. Maar wie weet, worden andere boeren in het gebied ook enthousiast. Het was even wennen en ik moest mijn kennis over koeien opfrissen. Maar we zijn nu aardig gesetteld met Loes en Liene.”