Buijtenlandse kerkuilen geringd

Een delegatie liefhebbers was woensdag 2 oktober getuige van een bijzonder ‘consultatiebezoek’.
De jonge kerkuilen in de Zegenhoeve en Vlakkenburg werden gewogen en geringd. Twee nestkasten in de Zegenpolder bevatte elk zeven jongen. Hoewel enkele zijn gesneuveld, kunnen we dit jaar spreken van een een bovengemiddeld goed jaar. Het grote aantal jongen is een teken dat het de goede kant op gaat in het Buijtenland van Rhoon.

Jonge kerkuilen

Jonge kerkuilen

Op dit moment is de kerkuil de algemeenste uilensoort in de polders van Rhoon. Sinds 2007 broedt de uil er jaarlijks. De uilen vinden onderdak in de speciale nestkasten die zijn opgehangen in de boerenschuren.

Het grootste legsel tot op heden stamt uit 2014, toen een broedpaar 6 jongen grootbracht. Dit jaar bevatte de nestkast in de Zegenhoeve en de Vlakkenburg elk 7 jongen. De uilen komen niet allemaal tegelijk uit het ei. Soms zit er een tot twee dagen tussen voordat een nieuw kuiken het licht ziet. Hierdoor zit er tussen de oudste en jongste uilen een aardig leeftijdsverschil. Wanneer de uiltjes niet tijdig worden gevoed door de ouders, bestaat het risico dat de eerstgeboren uiltjes de jongsten oppeuzelen.

Vermoedelijk is dit in de nestkast van de Vlakkenburg gebeurd. Woensdag ontdekten we in deze nestkast nog vier kerkuilen, waarvan de oudste 56 dagen oud was. In de Zegenhoeve zijn de uilen wat ‘vriendelijker’ voor elkaar gebleven. In totaal troffen we hier van de zeven nog zes jonge kerkuilen aan.

Het ringen

De kerkuilen variëren in leeftijd van 57 tot 45 dagen. Gemiddeld vliegen kerkuilen rond zestig dagen het nest uit en gaan ze op zoek naar een eigen territorium. Nu de uilen zijn geringd, zijn ze traceerbaar. Op basis van de unieke code kunnen beschermers bij vondst van een uil of ring herleiden wat de leeftijd van de uil is, het geslacht en hoe ver de uil is uitgevlogen. Belangrijke demografische informatie voor natuurbeschermers.

Kerkuilen wegen
Kerkuilen geslacht bepalen
Kerkuilen ringen

Muizenrijk jaar, goed voor doelsoorten

Uilen staan er om bekend dat zij hun voortplanting kunnen afstemmen op het muizenaanbod (prooidieren). In muizenrijke jaren kunnen meerdere legsels met vijf jongen of meer worden grootgebracht, terwijl in muizenarme jaren soms helemaal niet wordt gebroed. Deze grote en late legsels zijn dus een teken dat er veel muizen beschikbaar zijn. Een mooi gegeven, want ongeveer de helft van de doelsoorten in het Buijtenland van Rhoon voeden zich hoofdzakelijk met muizen. Het gaat dus zeker de goede kant op in de polders van Albrandswaard.

Wil je ook kennismaken met de jonge kerkuilen? Bekijk de compilatie van filmbeelden en foto’s. Met dank aan Boris Borger en Jo Polak.

Kerkuil

Uitvliegen